Overige gebeurtenissen
Gregoriaanse kalender
Blijkens aantekeningen op bladzijde 307 van het Kerkenboek van Lichtenvoorde (RBS 1039.01) werd in 1645 de nieuwe jaarstijl (Gregoriaanse kalender) gebruikt.
Pasen 1641 viel volgens de oude jaarstijl op 31 maart, volgens de nieuwe op 25 april.
Overige feiten en opmerkingen
De Pest, zwarte dood of builenpest
In 1316 vond na misoogsten een landelijke pest en later hongersnood plaats. Van 1348 tot 1352 werd ons land weer getroffen door de pest met miljoenen slachtoffers. In 1367 en 1368 en van 1400 tot 1402 vond weer een landelijke pestgolf plaats. In 1367 en 1368 was ook nog sprake van misoogsten. Wederom 1438 en 1439 met grote hongersnood dat miljoenen mensenlevens kostten. Vervolgens moordde de pest miljoenen mensen mensen uit van 1487 tot 1489. Maar de grootste pestgolf was die van 1503, waarbij 1/3 deel van de Nederlandse bevolking werd uitgemoord.
In februari en maart 1674 heerste er een extreme vorstperiode.
Van 1555 tot 1712 waren er verschillende pestuitbraken in verschillende steden.
De jaren 1713, 1714 en 1721 werden getroffen door de pest op grote schaal, waardoor er vele slachtoffers onder de bevolking vielen. Armoede was daardoor erg groot. Reizigers signaleerden hier “met vodden en lappen behangene inwooners”. [20]
In het jaar 1744 vond een ernstige veepest plaats. Er bleef haast geen vee meer over. Zelfs welvarende boeren moesten huis, land en inboedel verkopen om het gezin in leven te houden. En pachten van vee was niet meer te betalen.
Van 1777 tot 1779 was in de Achterhoek en Gelre sprake van persloop
(Dysenterie). Van 1781 tot 1783 vond werd Gelre getroffen door bloedloop, ook een vorm van Dysenterie.
In 1783-1784 vond in Laki, IJsland, een enorme vulkaan eruptie plaats als gevolg waarvan door de asregen en luchtvervuiling in een groot deel van Europa heel veel gewassen verloren gingen. Mogelijk heeft dit ook tot in een groot deel van Europa veel mensenlevens gekost. Een gevolg zou ook zijn de extreem koude winter van 1783-1784 met een gemiddelde temperatuur van -2,3 graden.
In 1808 leed Brabant en Gelderland onder miltvuur.
De uitbarsting in 1815 van de Tambora op het eiland Soembawa in Nederlands-Indië was de zwaarste vulkaanuitbarsting sinds mensenheugenis. De uitbarsting begon op 10 april om zeven uur ’s avonds en bereikte haar hoogtepunt om elf uur. Op de vulkanische-explosiviteitsindex haalde de ramp het cijfer 7, op een schaal van 1 tot en met 8 (ter vergelijking: Vesuvius 5, Krakatau 6). Na twee maanden bereikte de vulkanische as Londen en vanaf 28 juni rapporteerden ooggetuigen er bloedrode zonsondergangen. Een ‘chemisch schild’ hing gedurende drie jaar boven Europa. (Bron: Wikipedia)
Het weer in Nederland is hierdoor ook flink ontregeld geweest en heeft geleid tot misoogsten en ziekten. Mogelijk heeft dit in die tijd ook een bijdrage geleverd aan de motivatie om uit de Achterhoek te vertrekken, in de hoop veiligere plekken te vinden.
In 1815 was tyfus en tetanus in Nederland
In 1816 heerste landelijk de mazelen (Morbiliforme ziekte).
Cholera
Vanaf 1832 tot 1833 deed de cholera landelijk zijn intrede. Evenals 1848-1849 dat 22.000 mensenlevens (1% van de bevolking) kostte. De volgende cholera rampen waren 1853-1855, 1859, 1866 (19.000 slachtoffers) en 1871-1872 (20.000 slachtoffers).
1846 Was het jaar van de roodvonk.
In 1840, 1845, 1846 en 1847 mislukte de aardappeloogst en in 1946 verdroogde de graanoogst. In juli en augustus 1845 wordt het aardappelloof zwart door fytoftora (aardappelziekte).
In 1847 heerste er een vernietigende hongersnood. Aardappelziekten, mislukte graanoogsten enz., alles kwam tegelijk. Heel veel mensen kwamen daardoor om het leven. Vaak moesten gezinnen van meerdere gezinsleden door overlijden afscheid nemen in zeer korte tijd.
In 1885 eiste cholera vooral in de omgeving van Den Haag slachtoffers.
Difterie en pokken
Difterie maakte in 1868-1873 6.000 slachtoffers (= ca. 60 per 100.000). En in 1882-1888 5.500 (= ca. 55 per 100.000). 1943 tot 1946 kostte dat landelijk 12.000 mensenlevens. Ook door Frans-Pruissische oorlog. Ongeveer 75% van de kinderen waren slachtoffer.
In 1887 heerste meningitis en tuberculose in Nederland. De tuberculose duurde tot 1910.
In 1917 en 1918 kreeg Nederland te maken met een influenza besmetting dat 25.000 slachtoffers kende. Ook vielen er, vooral onder de militaire vluchtelingen van de eerste wereldoorlog, tyfus slachtoffers.
In 2020 was er een wereldwijde corona pandemie.
En verder…
De volkstelling van 31 mei 1947 leverde voor de familie Koppelman de volgende resultaten op:
In Nederland waren op dat moment 292 levende Koppelmannen
Hiervan was de verdeling per provincie als volgt:
48 % woonde in de provincie Overijssel
15 % in Utrecht
15 % in Gelderland
7 % in Noord-Holland
7 % in Zuid-Holland
6 % in de agglomeratie Amsterdam
3 % in de agglomeratie Den Haag
2 % in de agglomeratie Rotterdam
2 % in Noord-Brabant
Vanwege afronding van de getallen komt men in dit geval totaal op 105 % uit. De gegevens stammen uit een computerprogramma van Van Berkel: 9000 familienamen op de kaart van Nederland uit 1993. Als bron fungeerde het Nederlandse Repertorium Familienamen van het Centraal Bureau van Statistiek.
Enkele feiten waar men rekening mee moet houden voor genealogisch onderzoek in oudere tijden.
Kinderen gingen vaak alleen in de wintermaanden naar school. In de zomer waren ze hard nodig in het huishouden en op het land.
Verhuizingen vonden meestal plaats rond eind februari. Het is immers niet handig om in latere tijden het land te ploegen en te zaaien voor de opvolger.
Veelal werd in mei getrouwd. Dit was niet toevallig. De werkzaamheden op het boerderij lieten het op dat moment het beste toe. Koeien van stal, hooizolder vrij, land geploegd en gezaaid.
In mei werden ook de knechten en meiden in dienst genomen.