De naam Te(n) Koppel(e) komt in diverse verschijningsvormen op meerdere
plaasten in de Gelderse Achterhoek voor. Een koppel was in de middeleeuwen
een gemeenschappelijke weide, vaak eigendom van de kerk. Mensen die daar
vandaan kwamen werden Koppelmannen genoemd. Die naam komt in de
familie nog steeds voor.
In Avest, een buurschap van Beltrum nabij Groenlo en Eibergen (klik hier voor een begin 19e eeuwse stafkaart), heeft een erf gelegen dat in de 16e eeuw al “Het Koppel” werd genoemd. De van dit erf afkomstige familie draagt nu de naam Te Koppel(e) en Koppelman. De naam Te Koppel ontstaat in de generatie van Johannes te Koppel (1840) als de familie Te Koppele die op dat moment op de Menkhorst in Avest woont kennelijk vergeet de “e” achter de achternaam te vermelden. Aan het einde van de eerste helft van de 19e eeuw is een familielid geëmigreerd naar de VS en is daar verder gegaan onder de naam Tekoppel. De familie heeft zich daar verder uitgebreid, voornamelijk in de staat Indiana.
Een andere koppel rond de 17e en 18e eeuw is gevonden in Vorden. Daar zijn
ook Koppelmannen geboren. Een kleine familietak uit die tijd is bij het Familie-archief bekend. Een relatie met onze familietak is niet bekend.
Avest lag in de enclave Groenlo. Lichtenvoorde behoorde in het verleden daar ook toe. Men moet bedenken dat eind 17e eeuw Lichtenvoorde kerkelijk werd opgedeeld. Het gedeelte dat (ongeveer) ten zuidwesten van het spoor lag behoorde bij de Lichtenvoordense parochie en het noordoostelijke gedeelte bij de Groenlose parochie. Dit kan nogal lastig zijn vanwege het zoeken in de boeken van het oud archief van de gemeenten. Onze familie woonde wel honkvast tussen Beltrum, Lichtenvoorde en Vragender (Vrageren) zoals hieronder op het kaartje is aangegeven.
Kaart: Lichtenvoorde en omgeving 1773
De nazaten van de familie Ten Koppel uit Lichtenvoorde, hebben hoogstwaarschijnlijk ook hun wortels in Avest, maar dit hebben we nog niet aan kunnen tonen omdat enkele boeken die de aansluiting zou kunnen aantonen niet te vinden zijn. Er zijn wel enkele aanwijzingen in het archief aanwezig (zie onder aan deze pagina). De bewijsvoering hiervan is wel de eerste wens van de beheerder van het archief.
De kern van het familie-onderzoek richt zich voorlopig op de familie Ten Koppel, maar de overige Koppel families (Te Koppel(e) en Koppelman) zijn, gezien het voorgaande, niet minder belangrijk. Ook is het afhankelijk van de medewerking van de familieleden van de andere familietakken in hoeverre deze worden geactualiseerd. Als de aansluitingen worden gevonden, dan volgt één grote familie in de Achterhoek. Maar door de hogere mate van onbetrouwbaarheid van de namen vóór circa 1800 zal het uitzoeken hiervan een zeer lastige zaak zijn.
Men dient er tevens op bedacht te zijn dat vóór 1811 de familie plotseling een andere naam kan aannemen. In 1760 bijvoorbeeld ligt zo’n valkuil. Op 6 maart van dat jaar wordt in een geboorteregister van Groenlo (Avest) Hermanus Abbink ingeschreven. Hij blijkt echter een zoon te zijn van “Jan te Koppele op Abbink en Beerndeken Abbink”. En dan zitten we toch al dicht bij de “ambtelijke” negentiende eeuw. Er werd toen als achternaam veel gebruik gemaakt van de boerderijnaam. Hierdoor is het enerzijds gemakkelijk om de woonlocaties op te sporen, want naar de boerderijnamen en hun locaties is door andere organisaties al veel onderzoek gedaan. Maar anderzijds kan dat veel verwarring brengen, als iemand als een familielid wordt aangezien, die dat misschien helemaal niet is. Wij zijn ons hiervan tijdens het onderzoek bewust geweest, zodat dat risico binnen onze genealogie erg klein is, althans gerekend vanaf circa 1800. Maar dat er in de gegevens van het familie-archief ook dat soort fouten voorkomen kan ik niet uitsluiten. Zo worden de namen Te(n) Koppel(e) en Koppelman nogal eens door elkaar gebruikt. Wij gaan alleen maar uit van de aantoonbare relaties conform de officiële archieven van de gemeenten en kerken, tenzij anders aangegeven.
De familie’s Van de Koppel en Koppel (zonder voorvoegsel) behoren niet tot dezelfde familie.
Als wij het in het Familie-archief over Koppels hebben, dan gaat het over familieleden waarvan de naam ook in een variant kan voorkomen. Bijvoorbeeld Te(n) Koppel(e), Tekoppel of Koppelman of in welke andere variant dan ook.
In 1641 (Pasen) wordt een zekere Garrit te Koppel ingeschreven in het lidmatenboek (het register der leden ende communicante der kerck tot Lichtenvoorde) van Lichtenvoorde. Een vormsel. In datzelfde jaar komt hij voor in het verpondingscahier (belastingen) van de gemeente Lichtenvoorde. Hierin wordt opgegeven dat Gerrit (zoals hij dan wordt genoemd) een verwachte opbrengst heeft van 12 gulden, 10 stuivers en 0 penning. Over dat bedrag moet hij belasting betalen en ook over 11 gulden, 19 stuivers en 11 penningen van zijn bouwland. De belasting bedroeg toen ongeveer 1/6 tot 1/9 deel van het
belastbare bedrag. Hij had toen een huisje van één spint en een tiendvrij bouwland van 2 molder. Bij dat huisje was dus een hof van ongeveer 263 m2 en een bouwland van ongeveer 8.889 m2 (waarom “ongeveer” gebruikt wordt bij zo’n exact getal zal duidelijk worden als u Het Koppel in Avest leest). Wij fantaseren erover dat Garrit (of Gerrit) of een van zijn voorouders wellicht van Avest is gekomen om in Lichtenvoorde te boeren en omdat een katholieke inschrijving daar mogelijk bleek. Helaas kunnen wij verder niets traceren. In 1667 komt hij met zijn dochter (J)Enneken voor in het lidmatenboek van Pasen.
In 1669 wordt een zekere Jenneken te Koppel (is dat dochter Enneken (1651) van Garrit te Koppel (1625)?) ingeschreven in de DTB Spankeren en Ellecom (met attestatie van Doesburg) in het Lidmatenboek. Bron: Archief 0176, Registratienummer, 1365.2, Aktenummer 16 (volgnummer op pagina) Pagina 245. Hierbij dient te worden opgemerkt dat bij zus Willemken (1640), dochter van Garrit (1625), wordt vermeld dat zij in 1682 in Lichtenvoorde wordt ingeschreven “na Doesburg”. Voor die tijd lagen die plaatsen nou niet direct om de hoek, dus naar verdere achtergrond moet nog worden gezocht. Vooral ook moet een bevestiging worden gezocht of het allemaal hetzelfde gezin betreft.
Leuk om te weten is dat de familie Ten Koppel ruim twee eeuwen later weer in diezelfde omgeving is terug te vinden na verhuizing vanuit de Achterhoek naar Barneveld. Enkele gezinnen zijn daarna terecht gekomen tussen Brummen en De Steeg (Rheden) zo rond 1870-1880. Omdat ik verder geen aanwijzingen heb moet dit op toeval worden toegeschreven. Maar je zou gaan denken dat er in die omgeving toch wel iets te vinden was waar de familie weet van had. Na ruim 200 jaar weer zo dichtbij een standplaats van verre voorgaande generaties? Mysterieus…
Vanwege de godsdienstrivaliteiten was de bevolking nogal angstig en werd er over inschrijvingen nog wel eens geheimzinnig gedaan of er werd gewoon niet ingeschreven of boeken werden vernietigd. Voor wat betreft de inschrijvingen zien we de takken helaas dan ook doodlopen. Er zal echter nog veel onderzoek in die tijd moeten worden gedaan. Wellicht kunnen we de familierelaties dan weer aan elkaar knopen.
Koppelmannen
De familienaam Koppelman wordt voor het eerst officieel geregistreerd in Groenlo. De aansluiting aan de familie uit Avest, afkomstig van het erfgoed Het Koppel, is aan zekerheid grenzend waarschijnlijk
Waarom hoort de familie Ten Koppel vrijwel zeker bij Te Koppele?
Uit onderzoek is gebleken dat Eefsel (waar de Ten Koppel tak ontstond), en met name het goed Droebert (Druipertinck), tot de goederen van de heren van Borculo behoorden. Evenals het goed (rot) Nahuis, waar Het Koppel onder viel (bewonersregister 1804). Historisch bekend is ook dat de bewoners van die erfgoederen veel met elkaar vergaderden. De onderlinge band is dus groot.
Erfgoed Droebert, of Druiper(t)in(c)k, dat in Eefsel ligt is begin 19e eeuw kadastraal geregistreerd op naam van Garrit te Koppele (1756) van Boek 2. Hij is in 1811 gehuwd met een dame van Droebert: Jenneken Voshaar. Kadasternummers 85 tm 99 (behalve 92) waren van hem. Later heeft dochter Janna (1820) dit goed, samen met haar echtgenoot Bernardus Grootsevert, overgenomen. Bernardus Grootsevert kwam van Nieuw Lieftink ten zuidoosten van Avest.
Ondanks dat de Ten Koppel familie op Het Meken, of Mekes woonden, overlijden Garrit Jan ten Koppel (1741) en zijn zoon Antonius (1779) op Droebert, toen dus eigendom van de familie Te Koppele. Droebert wordt in 1706 al genoemd als goed in Avest, samen met Nahuis en Heerdink. In 1778 huwde Garrit Jan te Koppel met Willemina Störteler. Het erfgoed Storteler lag aan de Stegge, op de hoek van de Papenweg, in het gebied van de
heren van Borculo. Zijn vader, Teunis, was gehuwd met Garritjen Laarburg. Laarberg lag ongeveer tussen Groenlo en Avest.
Het goed Druipertinck met het erve Droebert lag niet in Eefsele, maar in Beltrum (zie De graven van Limburg Stirum in Gelderland en de geschiedenis hunner bezittingen, deel 3). Het erve lag tussen tussen de erven Hofstede en Schoot, Het erve Droebert in Eefsele is van later datum. (zie ookhet Familieboek van de familie Drubers, Hoensbroek 1995).
Excuses voor de late reactie. Ik heb deze gegevens uit het kadaster. Mogelijk zijn het verwanten, nazaten van de door u genoemde Druipertinck. Over en weer vind je daar veel verwantschappen wat ook veel verwarringen schept. Als u meer verhelderende informatie heeft dan verneem ik dat graag.
Pingback: Te Koppel in regio Doesburg | Familie-archief Ten Koppel (anno 1982)